De parels van Nederland – Norton Museum
Door Jarno van OschVIND IK LEUK44TwitterFacebookE-mail
Onze passie voor motoren in woord of beeld met anderen delen, doen we allemaal. Maar dan zijn er ook nog motorrijders die deze passie naar een nieuw niveau tillen. Zij die door de jaren heen een prachtige collectie hebben opgebouwd en die graag tentoonstellen in een museum. Maak kennis met enkele van deze absolute parels die ons land rijk is.
“We deden eigenlijk niets anders dan een beetje rondslenteren door de stad. Een potje bier drinken was wel mogelijk, maar na twee van die jongens was het geld van iedereen al op.” Albert van der Heijden uit het Brabantse Best weet zich nog goed zijn diensttijd in Den Bosch te herinneren, vooral ook te danken aan de vele staarsessies die hij in de Vughterstraat hield. “Samen met mijn maten liepen we ’s avonds vaak langs het pand van Van der Heijden Motoren, waar een nieuwe Norton Commando stond. Ik moest daar altijd even door het raam gluren. Al snel hoorde ik dan mijn maten klagen: ‘Hey Van der Heijden, we hebben niet de hele dag de tijd’.
Ik bleef maar door het raam van die motorzaak gapen, terwijl zij doorliepen.
“Ik bleef maar gapen, terwijl zij doorliepen. Uiteindelijk besloot ik om hier en daar wat karweitjes te gaan doen, zodat ik die Commando bij elkaar kon sparen. Toen ik uiteindelijk in het leger afzwaaide, had ik voldoende geld om ‘m te kopen.” De nu 73-jarige Albert van der Heijden is nog altijd in het bezit van zijn eerste Commando waar hij uiteindelijk zo’n 117.000 kilometer mee reed. Nu is deze Norton uiteraard een waardevol museumstuk geworden. Albert kan overigens niet precies verklaren waarom hij nu gevallen is voor Norton. “Voor die Commando had ik een Speed Twin van Triumph. Ik denk dat vooral Engelse motoren me in die tijd bevielen, omdat die niet al te duur waren en je kon er nog zelf aan sleutelen. Dat vond ik er wel mooi aan.”
Crossen op het veldje
De liefde voor motoren zat altijd al diep bij Albert. Niet vreemd ook, als je al op je negende rondrijdt op een motorfiets. Het opruimen van een werkplaats zorgde ervoor dat hij en zijn kameraad Martien in het bezit van een Simplex kwamen. “Martiens ouders gingen een nieuw huis bouwen en woonden zodoende tijdelijk in een houten huisje dat op het terrein van een fietsenmaker stond. Die man was overleden en wij gingen regelmatig snuffelen in zijn werkplaats. Aan Anna (de vrouw van de overleden fietsenmaker, red.) vroegen we of het mogelijk was om een keertje op die Simplex rond te rijden. Toen kwam ze met het voorstel om de werkplaats op te ruimen. Dan mochten wij daarna die Simplex gebruiken. Dat deden we natuurlijk. Konden we lekker crossen op het veldje dat daar lag.”
Als Albert op zestienjarige leeftijd met werken begint, wordt het eerste vakantiegeld aan een crossmotor besteed. “Ik had nog geen rijbewijs, maar ik reed er wel mee naar mijn werk.” Enkele jaren later begint hij voor zichzelf, als verwarmingsinstallateur. In diezelfde periode komt zijn schuur ook steeds voller met motoren te staan. “Kwam ik bij een boer om verwarming aan te leggen en dan moest ik nog duizend gulden beuren. Bleek die beste man vier Nortons in de schuur te hebben staan, dus ik gaf aan dat ik die wel wilde hebben. Daar ging hij mee akkoord. Het grappige is dat enkele jaren later zijn zoon bij me kwam, om één van die motoren weer terug te kopen. Ik wilde er destijds 1.750 gulden voor hebben, maar dat vond ie te duur aangezien ik alle motoren van zijn vader voor duizend piek had meegenomen.
Een week later stond ie weer voor mijn neus. Hij had natuurlijk rondgekeken en uiteindelijk wel ingezien dat ik helemaal geen vreemde prijs vroeg.” Door de handel in motorfietsen kan Albert van der Heijden uiteindelijk zijn hobby prima bekostigen en is hij zelfs in staat om zeer exclusieve motoren aan te schaffen.
Fabrieksracer
“De koop van mijn Norton fabrieksracer zorgde ervoor dat ik me op Norton ben gaan richten”, legt hij uit. “Bas van Asten, een dealer uit IJmuiden, had drie fabrieksracers staan, maar die kon ik destijds alleen van hem kopen als trio. Dat lukte me niet, maar een paar jaar later nam ik toch maar weer contact met hem op. Hij had ze verkocht en eentje stond er in België. Uiteindelijk ben ik op tweede kerstdag naar het opgegeven adres gereden, maar er was niemand thuis. Onverrichter zake kon ik weer naar huis, maar ik liet wel een briefje achter met mijn gegevens en het feit dat ik graag die Norton van ‘m wilde kopen. Een dag later, om zes uur ’s ochtends, belde die man me op. Ik kon langskomen.”
Look-a-like bouwen
Hoewel Albert niet direct het volledige bedrag kan betalen, mag hij een jaar doen over de betaling. “Ik heb uiteindelijk verschillende fietsen verkocht en ben mijn collectie gaan verkleinen en verfijnen. Zodoende kon ik het voor elkaar krijgen om best speciale Nortons in mijn museum te zetten. Zoals dus die Formule 1-fabrieksracer, maar ook een Norton Manx waarmee Rob Brown de TT van Assen in 1969 won.”
Lees ook: Motormuseum Friesland
Sinds 2002 is het mogelijk om deze fraaie collectie van zo’n vijftig Nortons te zien, in een prachtig pand dat in het centrum van Best ligt. “Het ouderlijk huis”, verklaart Albert. “Waar de motoren nu staan, dat was vroeger de textielwinkel van mijn vader. Na het overlijden van mijn ouders heb ik het pand een tijdje verhuurd om wat inkomsten te genereren. Daarna voerde ik een serieuze restauratie uit, zodat ik mijn museum kon beginnen. Op de trouwdag van mijn ouders opende ik uiteindelijk officieel het museum. Ook nog eens precies 100 jaar na de oprichting van Norton Motorcycles.”
Uitbreiding
De coronacrisis zorgde ervoor dat Albert van der Heijden al meer dan een jaar geen bezoekers over de vloer kreeg. Toch is de Brabantse motorliefhebber nog elke dag bezig met zijn museum. “Waar leeftijdsgenoten van me elke dag drie keer voorbij mijn huis fietsen, omdat ze niets te doen hebben, ben ik continu bezig in mijn werkhok. Er zijn altijd projecten waar ik mee aan de slag kan gaan. Eigenlijk zou ik nog graag een Nomad of P11 aan het museum toevoegen, maar die zijn peperduur op het moment. Ik heb niet zo’n zin om die investering nog te maken, dus ben ik maar begonnen met de bouw van een look-a-like. Dat houdt me voorlopig wel zoet.”
Als de coronamaatregelen weer versoepeld worden, opent Albert van der Heijden zeker weer de deuren van zijn Norton Museum. Je vindt zijn prachtige collectie aan de Nieuwstraat 35 in Best. Elke eerste zaterdag van de maand is het Norton Museum van 10.00 tot 16.00 uur geopend. Daarnaast is de collectie op afspraak te bezoeken. Neem daarvoor contact op met Albert. De entree per persoon bedraagt € 5,-, inclusief koffie of thee.
Fotografie: Shot Up Productions
Norton Museum Best
Tel: 0499-396 149
Mail: norton@onsmail.nl
Website: www.nortonmuseum-best.nl
https://motorrijders.nl/stories/mensachterdemotor/de-parels-van-nederland-norton-museum/